Cabo de Gata

1 december 2021 - Cabo de Gata, Spanje

Ik slaap voor de derde nacht in Parque Natural de Cabo de Gata. Hemelsbreed ligt dat op gelijke hoogte met de Portugese Algarve, dus lekker zuidelijk. En dat sfeertje heeft het ook. Binnen Spanje kun je vanaf hier nog 375 km schuin afzakken en dan zit je in het zuidelijkste puntje, bij Tarifa en iets daarboven Gibraltar. Dan is Marokko maar een heel klein stukje varen. Maar dat deel bewaren we voor het vervolg van deze reis in februari, als Linda en ik samen op pad gaan (ijs en corona dienende). Voor nu houdt het op bij Malaga, waar ik maandagochtend mijn camper ga stallen en dan maandagmiddag terugvlieg naar Amsterdam. Gister geboekt. Flying home for Christmas, zingt het nu zachtjes door mijn hoofd, vrij naar Chris Rea.

Het is een raar gebied, dat Cabo de Gato (Poezenkaap). Enerzijds is het bijzondere, ruige vulkanische landschap met z'n rotsen en kale bergtoppen beschermd natuurgebied, anderzijds maakt het deel uit van het grootste kassengebied van Europa. Zodra je van de beschermde kust af bent, zit je midden tussen ongelooflijk grote kassencomplexen. Daar is ons Westland helemaal niks bij. Zo ver je kunt kijken en reiken: kassen. Van bovenaf zijn het net bergmeren. Maar als je dichterbij komt schrik je. Want ze zijn niet eens van glas maar van plastic, zeeën (geen bergmeren meer) van plastic dus, heel lelijk. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw behoorde deze provincie, Almería, tot de armste gebieden van Spanje. Toen werd bedacht om de economie te stimuleren door kassenbouw toe te staan. Nou, en dat is een beetje uit de hand gelopen. Er werken nu zo'n 100.000 mensen jaarrond, las ik. Gek, want als je hier rondrijdt zie je vrijwel niemand, dorpjes lijken verlaten. Maar ja, misschien zijn al die mensen wel binnen onder dat plastic, tomaten en courgettes aan het plukken. Onder de werknemers ook illegale bootvluchtelingen uit Afrika. Soms zie je kleine krottenwijkjes. Vandaag reed ik af en toe midden tussen de kassen door, op kleine weggetjes, smalle corridors van lelijk plastic, omdat zij van maps blijkbaar wat routes wilde afsnijden. Dat was niet leuk want ik kreeg het idee dat je er zomaar tussen kon verdwalen. TomTom wist er de weg al helemaal niet meer, Maps – ik had vroeger een meisje in de klas dat Maps heette, bedenk ik me nu, maar met een a i.p.v. een e – schatte het weer helemaal verkeerd in. Naargeestig. Maar zodra je dan weer aan de kust bent is het prachtig: een gek, ruig desolaat landschap, kaal, maar met mooie rotsformaties, hier en daar een wit dorpje – alsof het is afgesproken zijn alle dorpen sinds ik in Andalusië ben ineens wit – en steeds die prachtig blauwe Middellandse Zee wel ergens vanuit een ooghoek.

De eerste twee dagen stond ik aan de noordkant van het gebied, op een mooie, best luxe camping. Dat is hier zeker niet standaard. Het was er heel aangenaam én het was prachtig weer, dus ik kreeg voor het eerst een echt vakantiegevoel. Dat is iets anders dan het gevoel van reizen. Ik zocht het ook niet per se, dat vakantiegevoel, maar zo aan het einde van m'n reis is het wel even lekker. Ik heb zelfs drie keer een duik genomen in de – best wel koude – zee en verder lekker gefietst en gewandeld. Gisterochtend ging ik op de fiets boodschappen doen bij de Spar in het San Jose aan zee, acht km klimmen en dalen vanaf de camping.  Natuurlijk streek ik er ook even neer op een terras, voor een koffie en een tostada met atun, tonijn.
's Middags wilde ik naar het strand, dus nam ik een boek mee en m'n zwembroek. Het was 20 minuten lopen van de camping, maar eenmaal bij zee zag ik een stuk verderop een dorpje tegen de rotsen geplakt. Dus ik dacht, misschien kan ik wel langs het strand en de rotsen daarnaartoe. Wie weet is er iets te beleven. Nou, dat werd zomaar een prachtige wandeling, met veel geklauter en steil klimmen, net een berggeit was ik. En toen kwam ik in dat dorpje en daar was één restaurant open, met een terras direct aan het water. Zo'n heel idyllisch plekje waar je eigenlijk samen moet zijn (maar heel zielig voelde ik me niet). Het was inmiddels al half 4 dus ik vraag aan de ober: is de keuken nog open? Si, si signor. Dus ik ga zitten en bestel een witte wijn en bekijk de kaart en zie paëlla… vanaf twee personen. Dus ik kijk die ober op m'n allerliefst aan en zeg in m'n beste Spaans: mag dat misschien ook één keer…  Ja hoor, zegt die beste man, dat kan. Maar welke paëlla wilt u dan? Nou, doet u mij dan maar die met mariscos. Duurt wel even, zegt hij… Geeft niks, zeg ik. Want ja, een paëlla vers maken, dat kost even tijd. Nou, u raadt het al: toen kwam daar de beste paëlla van de eeuw op tafel. Niet overdreven. Dus mijn dag kon wederom niet stuk. Daarna moest ik nog een uur terug lopen langs de rotsen. Van pure vreugde heb ik nog een (blote) duik genomen in zee. Gelukkig wordt het hier een uur later donker, anders had ik de camping niet meer teruggevonden, want m'n telefoon was inmiddels ook leeg. 's Avonds om half negen ben ik nog een keer gaan eten in het restaurant van de camping, omdat me dat de avond ervoor zo goed bevallen was. €12.95 maar voor een driegangenmenu, daar kun je zelf niet voor lopen te tobben in je bus, nee toch. Het gaat weer allemaal over eten. Sorry. In het campingrestaurant was het feest! Alle aanwezige overwinteraars met een instrument hadden zich verzameld. Het had een hoog schlagerfestivalgehalte, maar gelukkig was er een Fransman die aardig Jacques Brel kon zingen. Zo kwam ik de avond toch weer door.

Vanochtend om half 12 ging ik weg van die leuke camping omdat ik nu nog de andere kant van dit gebied wilde verkennen. Maar eerst ging ik langs Rodalquilar. Vlakbij dat dorp is een stuk woestijnachtig land waar Sergio Leone een paar van zijn beroemde spaghettiwesterns heeft opgenomen, waaronder For a few dollars more en The good, the bad and the ugly. Nou, dan denk je, dat zijn klassiekers, daar doet zo'n dorp wat mee. Dat Clint Eastwood daar nog heeft rondgehobbeld, dan moet er minstens een klein museum zijn… Maar nee hoor. Er stond aan het begin van het dorp een eendimensionale stalen schietende cowboy en er was inderdaad een kale vlakte. Verder niks. Nou, dat was wel hét uitstapje van m'n reis.

Mijn plan was om op de camping hier in de buurt te gaan staan. Maar ook daar rondom stond het vol met kassen. Rare jongens die Spanjaarden. Dus toen ben ik doorgereden naar zee, naar het dorpje San Miguel. En daar sta ik nu samen met nog een stuk of 20 campers, met zeezicht. Omdat het niet meer zo koud is 's avonds denk ik nu zonder stroom en dus zonder m'n kacheltje te kunnen. Zo niet, dan kruip ik vroeg onder de wol.

Toen ik hier aankwam vond ik het wat unheimisch, om maar eens een goed Spaans woord te gebruiken. Maar nadat ik eind van de middag een fietstocht maakte langs de zoutmeren, waar ik van vrij dichtbij heel veel – roze – flamingo's zag, was ik toch weer onder de indruk. Mooi hoor, er was zelfs een vogelkijkhut. Ik reed daarna nog door naar het plaatsje La Almadrabe de Monteleva. Een indrukwekkende naam voor een piepklein dorpje waar nog wat aan zoutwinning wordt gedaan. Het had daar een beetje zo'n ruig eind-van-de-wereldsfeertje. Mooi!
Behalve camperaars en wat lokalen is het hier heel stil. Maar aan het aantal – nu gesloten – restaurants te zien, denk ik dat het 's zomers best druk zal zijn. Maar wat zal het hier dan heet zijn, met die brandende zon op die kale vlaktes. Dan wil ik hier denk ik niet zijn. Laat staan werken in een kas…

Zoals jullie zien maak ik niet zo veel mee hier. Ook wel lekker hoor, ik heb zoveel gereisd en ben zo vaak verkast. En omdat het nu van dat mooie weer is wil ik daar ook nog even van genieten. Ik zou naar Granada, maar daar is het overdag 12 en 's nachts 0 graden. Daar heb ik nu even geen zin in, dat kan in februari ook nog. Over een week zit ik weer met tachtig tinten grijs op Texel. En dan is het bijna al kerst, heel gek idee. Linda vertelde dat ik al kan stemmen voor de Top2000, haha, dat lijkt nog zo ver weg. Wel zag ik gister bij de Spar kerststerren te koop. En bij de toegang tot het dorp hing boven de weg kerstverlichting met ¡Feliz Navidad!

Inmiddels is het ochtend –1 december! – en de zon piept net boven de berg uit. Ik sliep lekker, het was alleen tegen de ochtend een beetje koud. Er is hier natuurlijk geen douche, dus ga ik zo een duik nemen in zee. Ik vroeg mezelf vanmorgen: heb je zin om weer naar huis te gaan? Aan de ene kant niet, het is hier zo heerlijk, aan de andere kant ook goed. Fijn om Linda weer te zien natuurlijk en ik kan me wel verheugen op december. En het vooruitzicht om dan in februari samen weer weg te gaan, geeft me een ongelooflijk luxe gevoel. Af en toe ben ik het alleen zijn ook wel een beetje zat, vooral 's avonds. Maar ik ben ook verbaasd over mezelf hoe tevreden ik daarmee kan zijn. Ik kan wel zeggen dat ik deze periode bijzonder mindfull doorbreng. Het allemaal nemen zoals het komt, me niet druk maken over dingen, ook niet als het soms even tegenzit. En elke dag wel minstens één avontuur, al is het maar een ijsvogeltje of een groep flamingo's. Die mindfulnesstraining die Linda en ik vorig jaar deden, heeft veel goed gedaan.

De vraag is nu: wat ga ik vandaag doen? Geen idee eigenlijk, ik laat de dag beslissen.

Dan zeg je, leuk zo'n beetje beschouwelijk afsluiten. Maar nee hoor, nu heb ik weer een verhaal. Want intussen is het één uur en ben ik terug van een prachtige fietstocht naar de faro, de vuurtoren, hier 10 km vandaan. Eerst dezelfde kaarsrechte vlakke weg als gister, langs de zoutmeren, en daarna een ongelooflijke klim naar boven, met 10% stijging. Maar, als drager van de bolletjestrui weet ik inmiddels ook dat er na een klim altijd een afdaling komt, en die was weer spectaculair. Zo kwam ik bij de vuurtoren, met geweldig uitzicht. Alleen moest ik toen wel weer terug die berg op. Vergeefs zoekend naar een nog lagere versnelling, redde ik het net. En toen was er weer een terras aan zee met koffie en tostada con tomate. Keiharde wind trouwens, ineens. Tot slot ben ik nog even gedag gaan zeggen bij de flamingo's, vanuit de vogelhut. Er stonden er honderden. Eén stond redelijk dicht bij en ik had 'm helemaal in het vizier van m'n kijkertje. Hij stond rondjes te draaien op z'n prachtige rozerode lange stelten. Een soort dansje. Ik denk om visjes of garnalen uit de modder te stampen. Af en toe sloeg hij z'n vleugels uit, de randen ervan fel oranje. Wat een mooie sierlijke dieren!

Gek trouwens, hoe je je soms eerst ergens wat unheimisch kunt voelen (ik weet echt geen NL-woord) en een dag later helemaal vertrouwd. Ik wil hier graag nog een keer terug.

Foto’s

11 Reacties

  1. Elske:
    1 december 2021
    Nooit genoeg verhalen over lekker eten🥰
    Geniet nog even en straks lekker weer naar Linda 😘
  2. Har:
    2 december 2021
    Dank! Doen ik!
  3. Maijk:
    1 december 2021
    Ik herken dingen die je schrijft, zoals die kassen, zo armoedig!!!
    Buitenlands eten en koffies zijn een avontuur..
    En is ‘onbehaaglijk’ een goed woord voor jouw ‘unheimische gevoel?
    Nou doei😘
  4. Har:
    2 december 2021
    Ahh, het was nog veel erger dan ik eerst dacht, ik reed gister 175 km zuidelijker en 150 daarvan gingen door kassengebied. Nou ja, dat heb ik alweer achter me gelaten. En ja natuurlijk: onbehaaglijk, daar zocht ik naar! 😘
  5. Elske:
    1 december 2021
    Ja! Onbehaaglijk!:-)
  6. Har:
    2 december 2021
    Ja! Onbehaaglijk het is!
  7. Jet:
    1 december 2021
    Dit maakt mij blij! Meer eetverhalen aub!!! 💛
    Heb ook zin om jou weer te zien pap 😋
  8. Har:
    2 december 2021
    Ik zal vast nog wel een eetverhaaltje noteren schat, mij kennende, en ja ik jou ook😘
  9. Magnel:
    2 december 2021
    Even op Google maps het gebied opgezocht en wat een verschillen inderdaad! Van verlaten dorpjes tot enorme kassengebieden. Bizar landschap, maar zou er graag een keertje kijken.
    Veel plezier in de laatste dagen en laat maar komen hoor die eetverhalen.
  10. Joop:
    7 december 2021
    Niks mis met een goed eetverhaal meer of minder, Har.

    Onbehaaglijk is een prima woord, maar lijkt me voor je beschrijving wat zwak. Ik dacht aan onheilspellend of sinister. Of is dat weer te sterk?
  11. Har:
    8 december 2021
    Sinister vind ik wel mooi Joop!