Bilbao!

12 november 2021 - Bilbao, Spanje

Het is 7 uur geweest, net een klein uurtje donker – meer dan een uur later dan in NL – en ik zit weer in m'n huisje. Want dat wordt het, je bus, als je een tijdje onderweg bent. Ik leef op pak 'm beet 8 m2? Maar dat is meer dan genoeg, zeker in je eentje.

Vandaag vertrok ik om half tien op de fiets naar het centrum van Bilbao. De camperplaats waar ik sta is hoog boven de stad, met prachtig uitzicht op onder meer het San Mamés, het voetbalstadion van Athletic Bilbao. Ik heb m'n bus zo neergezet dat ik 's avonds tussen de geblokte gordijnen door de verlichte stad in het vizier heb. O zo romantisch.
Zo hoog zitten betekent dat je met de fiets heel snel beneden bent. Als een speer raasde ik vanmorgen op mijn mountainbike de berg af richting Casco Viejo, de oude wijk, aan de andere kant van de rivier. Ik was zo ongeveer de enige fietser en had gister al ontdekt waarom: bergafwaarts is leuk, maar weer omhoog is niet te doen. Gister na aankomst dacht ik nog even wat boodschappen te doen voor het avondeten. Op de fiets, rugzak mee. Supermarkt uitgezocht op google maps, 2,5 km, dat leek te doen. Alleen met een volle rugzak terug stuurde zij van maps (bij mij is zij is een zij) me midden door een tegen de heuvels op gebouwde volkswijk, met van die steile paden met trappen erlangs. Je kent het wel uit zuidelijke steden. Lopend al bijna niet te doen, laat staan met een fiets én een volle rugzak én ook nog een winterjas aan (omdat ik niet meer uit de toon wil vallen na dat incident in korte broek eergister). En zij van maps met die snerpende stem maar roepen: fiets in westelijke richting op de Komete Aleztaxere Kamterzexta. Ze spreekt het Baskisch net zo fonetisch uit als alle andere talen, wat ik op zich een hele prestatie vind, maar ook erg irritant, dus ik heb nogal op haar gescholden. Met wat hulp van lokale bewoners bereikte ik net voor het duister inviel en kletsnat van het zweet m'n kampeerplek. Wijze les (die ik eigenlijk al wist): voortaan onderweg al boodschappen doen, voordat je je plek voor de nacht hebt betrokken.

Maar terug naar de dag van vandaag. Ik stalde m'n fiets vlak bij de overdekte markt, de erribera merkatua, liep daar een rondje – kocht toch maar niet het arme kleine biggetje (foto) – en dook vervolgens de oude binnenstad in. Mooie, sfeervolle, smalle straten, met hoge kleurrijke huizen. Ik streek neer voor een cortado, een kleine sterke koffie met melk, en een tostada de jamon bij het prachtige Café Iruña, en niet veel later voor een witte wijn (Basken beginnen al rond de klok van twaalf; niks vijf in de klok) en een pintxos met paddestoel en inktvis bij het beroemde Café de Bilbao aan het mooie Plaza Nueva (lange zin). Ook in Bilbao staan de bars vol met de mooiste pintxos, je zou ze allemaal wel willen. Maar je bent een bescheiden man van middelbare leeftijd met nog altijd een betrekkelijk bescheiden buikje en wilt dat graag zo houden. Dus je neemt er maar twee, nou oké, nog eentje dan om het af te leren. Met al dat lopen, fietsen en vooral klimmen, moet dat toch kunnen. Ik hoor mezelf steeds geluidjes maken van genot, als ik die pinxtos zit te eten.

Om twee uur had ik een ticket gereserveerd voor het Guggenheim, zusje van het gelijknamige museum in New York en, lees ik net, er is er ook nog een in Venetië. Guggenheim Bilbao is een waanzinnig en gigantisch gebouw van schubvormige titanium platen, ontworpen door de Amerikaanse architect Frank Gehry. Even weer wat feiten, ter afwisseling. Ik geloof ook dat het gebouw vanmiddag op mij de meeste indruk maakte. Hoewel er meer moois te zien is, zoals de gigantische benedenzaal met de zeven stalen sculpturen van Richard Serra, waar je dwars doorheen loopt, al zigzaggend en rondjes draaiend, tot je er duizelig van wordt. Ook de enorme werken van de Duitser Anselm Kiefer vond ik indrukwekkend. Groot, dat is eigenlijk wel het woord dat blijft hangen na dit museumbezoek. Ik was er desondanks in twee uur doorheen, het is zo geconstrueerd dat je de vier verdiepingen automatisch helemaal doorloopt, zonder iets te (kunnen) missen. Een soort Ikea, maar dan alleen met kijken, zonder kopen. Fijn om er geweest te zijn.

Als afzakkertje voor deze mooie dag fietste ik nog even naar het Plaza Nueva, waar ik bij Café de Bilbao nog een biertje dronk en eerst één (tortilla), toen nog één (iets met krab en garnaal) en tot slot bij het afrekenen aan de bar nog één laatste pinxtos at. Toen miste ik wel even iemand om de dag mee te kunnen delen.

Op de terugweg werd ik nog aangehouden door een agent! Omdat ik blijkbaar door rood was gereden. Het was me al opgevallen dat alle lokalen zo keurig blijven wachten tot het licht op groen springt, ook al komt er niks geen verkeer aan. Nou hebben wij op Texel maar één stoplicht, maar het stadse ongeduld is bij mij nog altijd niet gesleten. Blijkbaar negeerde ik dus ergens een rood licht en daar was oom agent die me met luide stem te kennen gaf dat hem dat niet beviel! Ik kreeg er een kleur van, nog roder dan dat stoplicht… Betrapt als een klein ventje. Ik probeerde natuurlijk met al m'n charmes en m'n halve Spaans uit te leggen dat ik het ook allemaal niet wist in die vreemde stad, maar hij zei: rojo es rojo, signor, en dat is en todo el mundo zo en dan moet je stoppen. Ik kon hem geen ongelijk geven, wat ook niet verstandig was geweest. Ik zei wel dat ik die kant op moest en dat ik nu wel door wilde. Toen keek hij me nog 10 seconden onbewogen aan, waarna hij met een breed armgebaar te kennen gaf dat ik door mocht. Bij gods gratie. Waarna ik hem op m'n beste Spaans een hele buenos noches wenste en vol in de trappers ging. Nu begrijp ik ook waarom alle Spanjaarden bij het stoplicht zo gehoorzaam zijn.

Een gewaarschuwd man telt voor twee. Dus ik dacht, terug fiets ik niet weer dezelfde route omhoog als gister. Maar ik lette blijkbaar even niet goed op – nog een beetje uit m'n evenwicht – en daar wist zij van maps me wéér diezelfde heuvel op te sturen. Zo kwam ik opnieuw zwoegend en zwetend 'thuis'.

En dan heb ik nog helemaal niks van gister verteld. Toen ik vrijwel helemaal langs de kust van Zarautz naar Bilbao reed. Met onderweg een stop in Zumaia, beroemd om z'n bijzondere rotsformaties, de zogenoemde Flysch-kust. Ik kan het nu niet meer uitleggen, maar de foto's spreken voor zich. Erg bijzonder! O ja, en er was een man, een man met een baret, die minstens een kwartier lang op het uiterste puntje van een van de rotsen stond…, ja wat stond hij daar eigenlijk: uit te waaien? Boven een enorme afgrond, met diep beneden de kolkende zee. Hele rare snuiter en het is dat ik het woord levensmoe in het Spaans niet ken, anders had ik graag een gesprek met hem aangeknoopt. Ook hier spreken de beelden voor zich.

De tweede stop was bij Mundaka, bij de monding van de rivier de de Oco. Een van de beste surfspots van Europa, zeggen ze. Inderdaad, zelden zag ik golven zo hoog. En surfers die zich daarop minuten lang staande wisten te houden. Indrukwekkend!

Niet alles was mooi trouwens onderweg, laat ik niet overdrijven. Op de delen waar de weg van de kust af ging kwam ik langs lelijke armoedige dorpjes. Niks aan. Dat het grotendeels bewolkt was, maakte de aanblik niet zonniger.

Morgen begint een nieuwe fase van mijn reis. Dan ga ik midden door het Spaanse (berg)land, richting Madrid. Met om te beginnen een stop in Acedo. Niet heel ver (120 km), wel flink omhoog.

Foto’s

7 Reacties

  1. Geer:
    12 november 2021
    Mooi verslag weer Har. Jij went aan 8m2 en dat is ruim zat. Ik leef op 50m2 en dat is zeer riant!
  2. Jet:
    13 november 2021
    Wederom leuk!!
    Hier was vanavond de laatste avond de kroeg open. Ik moest werken. Dus nu kijk ik de aankomende drie weken nóg meer uit naar jouw stukjes.
  3. Elske:
    13 november 2021
    Ik vind het knap dat je het bij 2 á 3 pinxtos kan houden. Zo; dat mag ook eens gezegd.
    Wat een gave reis is dit nu al!
  4. Marike kingma:
    13 november 2021
    Heerlijk je verslagen te lezen en je foto s te bekijken. Ik ben benieuwd naar je verhaal over de flysch-kust.
  5. Har:
    13 november 2021
    Dank Mariek! Iets met opeenvolgingen van sedimentair gesteente, gevormd in diep-mariene voorlandbekkens aan de rand van een zich vormend gebergte. Ook wel syn-orogeen sediment genoemd. De naam werd in 1927 voor het eerst gebruikt door de Zwitserse geoloog Bernard Studer – wie kent hem niet? – en is afgeleid van het Duitse fliessen (stromen, vloeien). Studer was namelijk een beetje dom, want hij dacht dat het sediment door rivieren was afgezet. Maar wij weten intussen met ze alle natuurlijk allang dat het diep-marien-sediment is. Geef je ook cijfers voor de antwoorden?
  6. Louise Van der sluis:
    13 november 2021
    Ja dat uitzicht vanaf de camping is fantastisch! Wij waren met de bus naar het centrum, was prima te doen. Ook heel leuk om je verslag te lezen. Wekt onze herinneringen weer tot leven en het besef dat we daar beslist nog eens heen willen. Nog veel te zien dat we nog niet kennen!
  7. Har:
    17 november 2021
    Ik hoop dat jullie snel weer op reis kunnen Louise!